Een medewerker komt naar me toe: Kunnen we die kas echt niet houden? Het is zo’n mooie plek voor cliënten om ‘met groen’ bezig te kunnen zijn?’ Mijn antwoord (als interim manager) is: “Nee, de kas kan financieel niet uit. We gaan voor die enkele cliënt die gebruik maakt van de kas een andere oplossing zoeken: Een oplossing bij een andere organisatie of instelling waar het goedkoper is om onze cliënten te laten tuinieren.”
Afscheid
Bovenstaand gesprek illustreert een van de effecten van de huidige ontwikkelingen in de zorg: Zorgaanbieders moeten afscheid nemen van dingen die in de afgelopen jaren opgebouwd zijn. Dit zijn vaak mooie voorzieningen die iets betekenen voor de organisatie, de cliënten en voor de mensen die er (nu nog) werken. Inmiddels heeft dit financieel-economische perspectief, dat ik hiervoor in mijn reactie naar de medewerkers illustreerde, een belangrijke plek gekregen. Het is een rationeel perspectief waarvan uit beslissingen genomen worden.
Hoewel, ik me er de afgelopen anderhalf jaar toch regelmatig over verwonderd heb hoe lastig het soms is om dit soort rationele beslissingen te nemen. Zo had ik onlangs een gesprek over een groep waar twee gespecialiseerde therapeuten werken met vier cliënten. In het kader van de WMO is de verwachting dat de groep 20% minder budget krijgt. Als we hierover in gesprek zijn, realiseert iedereen zich dat het niet uit kan (het zijn slimme mensen die zelf ook een ‘huishouden te runnen hebben’). Tegelijkertijd duurt het dan, in mijn optiek, dikwijls nog lang voordat het besluit genomen wordt om andere oplossingen te zoeken voor de niet rendabele activiteit. Het uitstellen van de beslissing duurt soms eindeloos, terwijl de druk op het nemen van besluiten op dit moment groot is vanwege de financiële eisen en onzekerheid.
Het is als afbreken van je huis
Hoe komt dat het lang duurt eer de beslissing genomen wordt terwijl iedereen begrijpt dat het financieel niet haalbaar is en ook die druk ervaart? Allereerst valt het niet mee om afscheid te nemen van iets dat is opgebouwd. Zeker wanneer er ook niets voor in de plaats komt. Zo gebruikte een bestuurder onlangs het woord ‘afbreken.’ We moeten ‘de boel afbreken’ in verband met bezuinigingen. Misschien is het wel zoiets als het afbreken van een huis waar je jarenlang in gewoond hebt. Dat valt natuurlijk ook niet mee en dat je daar wat langer de tijd voor moet nemen, ook al is de druk hoog, is wellicht begrijpelijk.
Het emotionele perspectief naar de achtergrond
Tegelijkertijd denk ik ook dat er iets anders aan de hand is: Een verklaring vanuit een meer veranderkundig perspectief. In organisaties worden natuurlijk dagelijks keuzes gemaakt en daarin zijn bepaalde perspectieven leidend en andere niet. Dus als wij (als verander-interventiekundigen) in organisaties komen, stellen wij bijvoorbeeld de vraag: welk perspectief horen wij wel en welke niet, of wat mag niet aan de orde komen? Er is dus een gangbare (en acceptabele) wijze van kijken in organisaties en daarmee ook in de wijze waarop problemen opgelost worden en ook redeneringen die gelden bij het maken van keuzes.
Mijn idee is dat reeds een lange tijd (en ik werk al lange tijd in de zorg) het meer emotionele perspectief leidend was: We bieden hulp aan de cliënt en daar willen we alles voor doen. Met de huidige ontwikkelingen worden nieuwe perspectieven geadapteerd, zoals het zelfredzaamheidsperspectief: Als het maar bijdraagt aan de zelfredzaamheid van de cliënt’ en het financiële perspectief: “Als het maar uit kan.”
In de veranderkunde is bekend dat mensen niet geneigd zijn om zomaar andere perspectieven te adapteren. Dus als we met elkaar afspreken dat het ‘rood’ is, gaan mensen niet ineens roepen dat het ook geel kan zijn. Op allerlei manieren blijven we het rood vinden. Bovendien is het vaak heel functioneel om bepaalde perspectieven vast te houden. (Het emotionele perspectief heeft mogelijkerwijs veel gebracht in organisaties in de afgelopen jaren). Totdat er een ‘interventie’ komt. Een trigger die vraagt om ‘anders kijken.’ Ik denk dat dit op dit moment aan de hand is. Er is een noodzaak om anders te gaan kijken. Een verandering van perspectief kost tijd en niet iedereen gaat daar meteen in mee. Ik heb dus de indruk dat dat mogelijk ook aan de hand is in zorgland.
‘Emotioneel perspectief ‘ niet overboord
Dit al schrijvend, realiseer ik me hoe jammer het zou zijn als het emotionele perspectief (zoals ik het dan maar even noem) ‘overboord’ gegooid zou worden en dat er enkel vanuit economisch en zelfredzaamheidsperspectief gekeken zou worden. Volgens mij is het emotionele perspectief een van de ‘brillen’ die ook bij besluiten regelmatig opgezet zou moeten worden. Het heeft organisaties en zorg veel gebracht.
Joris Veldmaat houdt zich als adviseur, interim- en transitiemanager van Nul Vierentwintig bezig met structurele veranderingen in de zorg.